Select Page

SLAVERY AND LACK: A SUPPLEMENT TO SAMO TOMŠIČ’S MARX AND LACAN: THE CAPITALIST UNCONSCIOUS

Summary: This essay was originally delivered as a presentation at Duquesne University’s Lacan: Clinic and Culture Conference, which took place October 14-16, 2022. The aim of the essay is twofold. First, it clarifies how the capitalist subject – bourgeois or proletarian – is reproduced as constitutively lacking(-in-enjoyment). Second, it elaborates on the relationship between the libidinal economy of Europe, where “no one enjoys,” and the libidinal economy of the plantation, where “everyone is supposed to enjoy.” The essay is Lacanian in style and Hegelian in form, turning in a dialectical circle, or a ‘riverrun,’ beginning and ending with reflections on the nothingness of Man.

CLINIQUE DE LA REVENDICATION DELIRANTE ET RADICALITE IDEOLOGIQUE

Résumé: Cet article propose d’étudier l’actualité du délire de revendication dans la clinique des personnes adhérant à une idéologie radicale et, plus précisément, au discours salafo-jihadiste. S’appuyant sur les éléments biographiques et les fragments de discours d’Amédy Coulibaly, il interroge la logique subjective qui a pu sous-tendre la systématisation de son délire avant la survenue de passages à l’acte. Nous présenterons dans un premier temps comment la psychiatrie classique a dessiné les contours du délire de revendication et quels point ont porté à débat entre les différents auteurs. Puis nous présenterons l’apport de la psychanalyse lacanienne en la matière, dont nous utiliserons les outils pour interroger la clinique de la revendication délirante et la logique de la position paranoïaque. Enfin, nous analyserons le cas d’Amédy Coulibaly pour illustrer l’actualité de cette entité psychopathologique à l’aune de la ‘radicalisation’.

THE USE AND ABUSE OF SUBSTANCES OF DESIRE

Summary: This paper aims to discuss substance use and abuse as falling beyond the pleasure principal and the deficiencies of CBT in the treatment of substance use disorders. As we continue to ponder the beginning and ending of a pandemic, lurking close behind, is the epidemic of overdoses and substance abuse. This epidemic occurred prior to the COVID-19 pandemic, only to be exacerbated by it. Rather than viewing substance use as mere mechanical activity of our bodies in functions, what we can aim to understand better is how our repetitions and behavior express some sort of desire, wish, or fantasy. In the movie Another Round (2020), it is presented that according to Norwegian psychiatrist, Finn Skårderud, human beings are born with a blood alcohol content that is 0.05% too low. This concept would add further nuance to the terms ‘substance use,’ ‘misuse,’ and ‘abuse.’ In the Critique of Practical Reason, Kant explains the thought experiment of the Gallows Man (1998, 5:30), to convey his understanding of people’s prioritization of life over lust. He also explains that a cost-benefit analysis is not enough to prioritize life. Yet, other therapeutic modalities for substance treatment encourage the use of decisional balance worksheets and cost/benefit analyses. A psychoanalytic understanding of substance use and abuse would help unveil the desire and meaning of this activity. It is not just about controlling our brain’s biochemistry or ‘self-medicating,’ but rather, an exploration of what the substance and its use really provides for the individual. In other words, substance use, misuse, or abuse, and the language used to describe the patterns and rituals of the individual are not simply cognitive and behavioral, but more so, fantastical, emotional, and dream-like.

FREUD OVER DE WENS EN DE WENSVERVULLING IN DE DROOMDUIDING

Samenvatting: Dit artikel beoogt twee vragen op te nemen. Ten eerste: wat zegt Freud in De Droomduiding over de wens? Met andere woorden, wat is zijn definitie van een wens? Ten tweede: wat zegt Freud in De Droomduiding over de wensvervulling? In aansluiting hiermee zal de vraag van de bevrediging, en dan in het bijzonder van de behoeftebevrediging, aan de orde worden gesteld, in connectie met de conceptie van het psychisch apparaat in De Droomduiding. Cruciaal in deze bevraging is of het psychisch apparaat voor Freud, op het moment van De Droomduiding, beantwoordt aan een logica waarbij een bepaald homeostatisch evenwicht in functie van behoeftebevrediging wordt nagestreefd, dan wel aan een logica die net niet dit evenwicht tot maatstaf neemt, maar daarentegen de gedachte open zet dat het psychisch apparaat ultiem niet georganiseerd werd én functioneert vanuit een homeostatisch principe.

HET KNETTEREN VAN DE LETTEREN OVER DE MANISCHE TAALBEHANDELING VAN J.M.H. BERCKMANS

Samenvatting: In deze bijdrage bespreken we het literaire oeuvre van de Vlaamse schrijver J.M.H. Berckmans (1953-2008) in het licht van de manisch-depressieve problematiek waar hij zijn hele leven mee geworsteld heeft. In een lacaniaanse benadering begrijpen we de talige aspecten van de manie als een betekenaarsvlucht, als een ontsporende metonymische verglijding van de betekenaarsketting. We beschouwen Berckmans’ oeuvre als de getuigenis van een volgehouden worsteling met het op hol slaan van de taal. Het is via het schrijven dat Berckmans een aantal strategieën ontwikkelt om deze taalontsporing tegen te gaan, enerzijds om de metonymische verglijding van de betekenaarsketting te temperen en anderzijds om een ervaring te bewerkstelligen van zich het subject en de auteur van zijn woorden te weten. Berckmans behandelt de taal via een meticuleus proces van schrijven en herschrijven, wat hij het ‘hakken’ en ‘kerven’ in de taal noemt. Tevens vindt er met het schrijven een proces van fictionalisering van zijn onmiddellijke leefwereld plaats, wat Berckmans bestempelt als de ‘grafie’ van zijn leven. Voorts bespreken we de opeenvolgende vormen van adressering doorheen zijn oeuvre: van de abstracte lezer, naar de secretaris-notulist, tot aan de bestemmeling van zijn brieven. We kunnen Berckmans’ schrijfarbeid als een sinthomatische uitvinding beschouwen, een kunstige, creatieve en hoogst singuliere oplossing voor de manische taalontregeling waaraan hij onderhevig was.