Select Page

KEVIN ONTDEKT DE DINGEN

Samenvatting: De keuze van theoretische uitgangspunten over autisme organiseert de praktijk in instellingen en therapeutische omgevingen. Ateliers kunnen – in een veilige en voorspelbare omgeving – georganiseerd worden voor een groep(je), of op maat van het kind uitgedacht worden, in functie van veronderstelde angsten die hun weg naar buiten vinden via het lichaam. De vijfjarige niet-sprekende jongen in deze casusbespreking grijpt deze gelegenheden aan om er zijn ‘onderzoek’ te doen over kwaliteiten van zijn bestaan.

Dit leidt tot onverwachte verrassingen voor hemzelf, de hulpverleners en de instelling.

DE SCHREEUW VAN ALLES DAT GAAT STERVEN. OVER DE MELANCHOLIE IN HET WERK VAN LARS VON TRIER

Samenvatting: We bespreken in dit artikel twee films van Lars von Trier die ons iets leren over de melancholische depressie. De film Antichrist illustreert hoe we een psychose vooral niet mogen benaderen als we een gewelddadige passage à l’acte willen vermijden. Door te focussen op het therapeutische proces in deze film verhelderen we de logica van de passage à l’acte, die tracht het kakon of het ‘kwade object’ in de ander te treffen. In de film Melancholia zien we hoe krachtig een melancholicus zich kan aangezogen voelen door een vol object zonder tekort, zoals een planeet. Deze film leert ons hoezeer de neurotische depressie van de psychotische depressie verschilt, met name in de verhouding tot het reële object, tot das Ding en tot een echte ramp.

Werken in een poel van angst en onmacht. Naar een herstel van de hulpverlener.

Psychiatrie wordt gekenmerkt door veel dwang en de herstelbeweging krijgt weinig vaste grond in de dagelijkse praktijken. In dit artikel probeert de auteur te begrijpen waarom. Hulpverleners geven aan dat ze angst en onmacht ervaren in confrontatie met psychisch lijden en dwang. Vanuit een lacaniaanse invalshoek kunnen we angst begrijpen als een signaal van het reële. Omdat psychiatrie werkt met hetgeen weerstand biedt tegen de heersende vertogen, zal het reële daar buitensporig aanwezig zijn. Psychiatrie wordt verwacht om het reële te genezen, dit geeft hulpverleners een macht die soms overweldigend en beangstigend kan zijn. De structurele onmogelijkheid om het reële te genezen zorgt bovendien voor onmacht. Manifestaties van het reële van patiënten komen in de overdracht en dat zorgt voor een confrontatie met het eigen reële. Daarom is er een structurele psychiatrische doodsdrift die altijd in het werk aanwezig is. Doorgedreven professionalisering, dwang en uitsluiting zijn manieren om die doodsdrift te ontkennen en te versluieren. Psychiatrie zou een discipline moeten zijn die nadenkt over het reële en probeert te conceptualiseren, in plaats van weg te moffelen. Om dit te doen, hebben we een herstel van de hulpverlener nodig.