Select Page

DE HIK, TUSSEN HET GENOT VAN HET WOORD EN HET GENOT VAN HET LICHAAM

Samenvatting: De taal verknoopt zich met het lichaam in het symptoom. Vraag is op welke manier we deze symptomatologie, tussen het genot van het woord en het genot van het lichaam, kunnen horen en interpreteren. Aan de hand van twee casussen uit de filmgeschiedenis (Lubitsch) en de filosofiegeschiedenis (Plato) duiken we in het resonantiegebied van een opmerkelijk lichaamsgebeuren van het spreekwezen: de hik. We tonen aan dat de interpretatie die zich richt op de band tussen het spreken en het genot vaak bijzonder komisch is en kan zorgen voor het verlichtend effect van de lach.

Don Quichot en de crisis van de interpretatie

In deze bijdrage voert een bespreking van de interpretaties van de roman De vernuftige edelman Don Quichot van La Mancha van Miguel de Cervantes Saavedra ons tot een aantal bedenkingen over de interpretatie. Doorheen de lotgevallen van de Don Quichot-interpretaties volgen we het verloop van de interpretatie tot aan de crisis van de interpretatie en de kritiek in de voetsporen van het postmodernisme. We beginnen met een overzicht van de opeenvolgende wijzen waarop Don Quichot geïnterpreteerd werd: van een satirisch verhaal van een dwaze gek naar een Romantisch portret van een nobele held tot aan een postmoderne illustratie van perspectivisme. De opeenvolging van interpretatieve paradigma’s en het toenemend aantal uiteenlopende interpretaties, heeft als gevolg dat geen enkele interpretatie nog op onschuldige wijze als dé interpretatie beschouwd kan worden. Elke interpretatie wordt verdacht en dient op haar beurt geïnterpreteerd te worden. In een groeiend wantrouwen tegenover de interpretatie gaan de Don Quichot-interpretatoren vervolgens vooral elkaar en zichzelf interpreteren, tot de interpretatie op zich problematisch geworden is en we kunnen spreken van een crisis van de interpretatie. We bespreken hoe een aantal interpretatoren, refererend aan de psychoanalyse, een uitweg zoekt uit deze crisis van de interpretatie, door het verlangen van de interpretator tot fundament voor de interpretatie maken.