Select Page

Regels voor uitzonderingen Of hoe geweld in zorgrelaties binnensijpelt

Deze tekst werd weerhouden door de jury (voorzitter prof. dr. Dirk De Wachter, prof. dr. Ignaas Devisch, prof. dr. Marc Hebbrecht, prof. dr. Stijn Jannes, prof. dr. Gilbert Lemmens, Ingrid Lammerant en prof. dr. Stijn Vanheule) op 29 november 2018 als winnende tekst van de Prijs Humane Psychiatrische Zorg, tweejaarlijks uitgereikt door het Psychiatrisch Centrum Gent-Sleidinge (PCGS). Met deze prijs wenst het PCGS een humane houding en ethiek aan te moedigen in tijden waar de zorg op maat van het individu onder druk komt te staan. Het lijkt evident dat psychiatrische zorg humaan is en ieder psychiatrisch ziekenhuis verkondigt dat het respectvol en humaan werkt. Het is waar dat men daar zijn best voor doet, maar door de toenemende druk van cijfers laat de werkelijkheid vaak iets anders zien. Dit jaar was het thema ‘manifestaties van geweld’. Deze tekst gaat uit van de centrale stelling dat al te grote ingrepen om geweld te voorkomen vaak het tegendeel bewerkstelligen. Het is een klein pleidooi voor het openbreken van al te strakke structuren van onderuit, voor het radicaal opwaarderen van menselijke moed, het directe contact tussen mensen en het statuut van de ontmoeting om ervoor te zorgen dat wat tussen mensen speelt, alle ruimte krijgt om te gedijen aangezien het de enige plaats is waar vroegere verhoudingen hernomen, herschreven kunnen worden.

Men doet wat men doet: Over psychiatrie en vervreemdend geweld

Lange tijd werd verwezen naar mensen met een psychiatrische problematiek als gealiëneerden, vervreemden. De psychisch getroebleerde mens is bij uitstek een vervreemde mens: ingesloten, afgesloten, uitgesloten. Deze bijdrage verkent de manier waarop het psychiatrisch instituut – niet zozeer als concrete plaats, maar als abstracte locus van een menen-te-weten – die mens in zijn vreemdheid affirmeert en versterkt. In het bijzonder worden drie vervreemdingsprocessen geschetst, die niet alleen worden begrepen als vormen van onzichtbaar, ‘alledaags’ geweld, maar ook als potentiële voedingsbodem voor manifeste gewelddadige uitbarstingen. Het gaat respectievelijk om de hyperbolische fenomenalisering van het psychiatrisch subject, de uitbesteding van het psychisch lijden aan het biologisch lichaam [Körper], en de manier waarop het psychiatrisch landschap zich organiseert rond een allogene (economische) finaliteit. Het zijn gekende thema’s, die in deze paper worden belicht vanuit hun intrapsychische effecten. De schets nodigt uit tot een duiding van schijnbaar zinloos geweld als een vorm van opstand tegen de gewelddadigheid waarmee (1) het subject van zichzelf, en (2) de ‘goed geordende’ psychiatrie van haar finaliteit wordt vervreemd: het geduldige onthaal van de psychisch ontregelde mens.

Geweldige zorgen?!

In 2018 koos het PCGS om het thema van de Prijs Humane zorg “Geweld, in al zijn manifestaties” onder de aandacht te brengen. Dergelijk thema creëerde een stuwend verlangen bij ons team, dat werkzaam is op de afdeling voor crisisbehandeling, om een tekst te schrijven over crisis en geweld. Deze getuigenis illustreert onze dagelijkse zoektocht naar creatieve verhoudingen ten aanzien van verschillende vormen van geweld.

Om de gelaagdheid van geweld aan te kaarten, doen we een beroep op de 3 ordes van Lacan. Wanneer Lacan schrijft over het symbolische, het imaginaire en het reële, dan construeert hij een denken over het spreekwezen. Deze theorieën doen het verschil tussen patiënt, hulpverlener en team teniet. Via een wandeling langs het symbolische, het imaginiare en het reële ontwarren we het concept geweld en bespreken we de uitgebreide waaier aan nuances in het koppel geweld & team. We zoomen in het bijzonder in op het gewelddadige langs de kant van een team enerzijds als noodzaak om destructiever geweld te voorkomen. We besluiten anderzijds met een gedachte eigen aan de psychoanalyse, namelijk de vereiste om jezelf in vraag te stellen en zodoende zicht te krijgen op het geweld dat deel uitmaakt van wie we zijn.