by Vincent Heirman | Vol 42 (3) 2024
samenvatting: Dit artikel bevraagt de uitdagingen van de spoedpsychiatrische zorg, meer bepaald de dynamiek tussen patiënten en clinici, door de lens van enkele psychoanalytische concepten, waaronder de overdracht, herhalingsdwang en het fantasme. Het benadrukt in eerste plaats de uitdagingen waar clinici voor staan bij het hanteren van de overdracht. Puttend uit Freuds theorie, bespreekt het artikel hoe patiënten patronen van gedrag en emoties herhalen in hun interacties en hoe dit zich kan tonen op de spoedgevallendienst. Ook onderzoekt het de structurerende rol van het fantasme in deze herhalingsdwang. Aan de hand van het geschetste theoretische kader en enkele korte klinische voorbeelden wordt er getracht om enkele veel voorkomende vragen en problemen in de spoedpsychiatrische kliniek helderder te formuleren.
by Davinia Schoutteten | Vol 41 (1) 2023
Samenvatting: De erotomanie, als overdracht binnen de psychose, langs de zijde van de liefde, toont zich meestal op een krachtige, expliciete wijze in de kliniek. De getrouwheid aan het object en de wachtmodus op een toekomst samen zijn heel opvallend bij de erotomaan. Deze extreme gehechtheid aan de ander veroorzaakt vele vragen. Wat is de functie hiervan? Wat is er specifiek aan een dergelijke overdracht? We laten ons leiden door de Clérambault, Lacan en Soler in een poging antwoorden te vinden op voorgaande vragen. De eerste zet in 1921 het concept ‘erotomanie’ op de kaart en gaat op descriptieve wijze aan de slag, terwijl Lacan in zijn gekende stijl de erotomane overdracht binnen de structuur van de psychose plaatst. We nemen van daar even een zijweg richting subtiele vormen van de erotomanie. Soler stelt twee zijdes van de erotomanie op scherp en tekent de daarbij horende functie uit, enerzijds de pacificerende zijde en anderzijds een ontketenende zijde, waaraan ze een nieuwe naam geeft, de ‘eroticomanie’. Om te eindigen maken we gebruik van die twee onderverdelingen aan de hand van casuïstiek. In het eerste geval belichten we een subject waarbij de erotomanie zonder afboording een desastreus effect heeft. Bij de tweede casus zien we een subject waarbij de wet een stabiliserend en richtinggevend effect ressorteert.
by Joachim Cauwe | Vol 37 (4) 2019
Vertrekkende vanuit een reflectie op hoe rouw de ervaring van tijd verandert, bevraagt de auteur hoe cultuur het rouwproces vormgeeft en wat de kenmerken van de ervaring van rouw zijn. Vervolgens wordt Freuds opvatting van de rouw zoals die naar voor komt in Rouw en Melancholie kritisch doorgelicht vanuit een lacaniaans perspectief en met betrekking tot drie aspecten. Eerst wordt beargumenteerd dat Freud de sociale dimensie van de rouw vergeet ten gunste van een intrapsychisch model. Ten tweede, focust hij op de aanvaarding van de realiteit van het verlies en negeert daarbij de rol van een symbolische registratie van het verlies. Tenslotte wordt de idee van een vervangbaar liefdesobject verworpen vanuit de getuigenissen van personen die een verlies doormaakten. Die getuigenissen geven aan hoe er een hechting aan de overledene blijft bestaan en hoe men tot op zekere hoogte ontroostbaar blijft. Er wordt besproken hoe rouw vanuit een lacaniaans perspectief benaderd kan worden vanuit de term “memorialiseren” (Grigg, 2016) dat bestaat uit zowel private als publieke naast psychische en materiële aspecten. Concluderend worden de parallellen tussen het psychoanalytische proces en rouw overwogen, wat tot de stelling leidt dat elke analyse in de kern een rouwproces is.
Download het artikel >>