Select Page

GEDACHTEN OVER EEN ZIJDELINGSE, IMPLICIETE PSYCHIATRIE AAN DE HAND VAN HET BEGRIP TACIT KNOWING VAN MICHAEL POLANYI

Samenvatting: Het concept tacit knowledge, impliciet inzicht of weten, werd in 1962 gelanceerd door de arts en natuurkundige Michael Polanyi. Hij breidde het later uit tot persoonlijke kennis en kenniscreatie. Het begrip wordt nu door sommige medische specialisten opnieuw ingevoerd om te pleiten voor een (andere) epistemologische houding ten opzichte van het eigen medisch handelen, om voor complexe problemen niet terug te vallen op hetzij one-size-fits-all-oplossingen, hetzij op ‘buikgevoel’ of op ‘de kunst der geneeskunde’. De vermaatschappelijking van de zorg voor mensen met langdurig en complex psychisch lijden, zoals autisme en psychose, voedt de noodzaak om na te denken over andere manieren van zorg die niet alleen gericht zijn op aanpassing. Andere plaatsen, andere acties en gebaren, andere ruimtes en instrumenten, andere collectieve initiatieven om de ander overdrachtelijk tegemoet te komen. Autisme en psychose zijn niet gebaat bij de objectivering van een klassiek-wetenschappelijke benadering. Polanyi benadrukt het belang van een persoonlijk verantwoordelijk, gepassioneerd en vaak eenzaam engagement voor wie zich laat inspireren door het idee van dergelijke intuïtieve kennis. Het begrip helpt om de dialoog met het normatieve maatschappelijke denken over psychiatrische zorg gaande te houden. Deze is een intuïtieve tekst.

DE LIEFDE, WAANZINNIG!

Samenvatting: De erotomanie, als overdracht binnen de psychose, langs de zijde van de liefde, toont zich meestal op een krachtige, expliciete wijze in de kliniek. De getrouwheid aan het object en de wachtmodus op een toekomst samen zijn heel opvallend bij de erotomaan. Deze extreme gehechtheid aan de ander veroorzaakt vele vragen. Wat is de functie hiervan? Wat is er specifiek aan een dergelijke overdracht? We laten ons leiden door de Clérambault, Lacan en Soler in een poging antwoorden te vinden op voorgaande vragen. De eerste zet in 1921 het concept ‘erotomanie’ op de kaart en gaat op descriptieve wijze aan de slag, terwijl Lacan in zijn gekende stijl de erotomane overdracht binnen de structuur van de psychose plaatst. We nemen van daar even een zijweg richting subtiele vormen van de erotomanie. Soler stelt twee zijdes van de erotomanie op scherp en tekent de daarbij horende functie uit, enerzijds de pacificerende zijde en anderzijds een ontketenende zijde, waaraan ze een nieuwe naam geeft, de ‘eroticomanie’. Om te eindigen maken we gebruik van die twee onderverdelingen aan de hand van casuïstiek. In het eerste geval belichten we een subject waarbij de erotomanie zonder afboording een desastreus effect heeft. Bij de tweede casus zien we een subject waarbij de wet een stabiliserend en richtinggevend effect ressorteert.

MELANCHOSE , TUSSEN NEUROSE EN PSYCHOSE

Samenvatting: Waar kunnen we de melancholie binnen de structurele, lacaniaanse diagnostiek situeren? Is het een psychose of ondervraagt de melancholie deze structurele afgrenzingen? Na een uiteenzetting over de borromeaanse kliniek van Michel Bousseyroux, waarin de melancholie als psychose wordt opgevat, nuanceren we deze visie op basis van inzichten van Marie-Claude Lambotte en Christian Vereecken. Hierbij werpt de melancholie zich op als een autonome structuur, die niet buiten de symbolische orde staat. Door aan de beeldende kunst de positie te gunnen die haar toekomt, namelijk deze die voorafgaat aan de psychoanalyse, laten we de Pittura Metafisica van Giorgio de Chirico hierover aan het woord.

DE TRIOMF VAN DE MANIE EEN CATASTROFALE TOESTAND VAN GENADE

Samenvatting: De manie is op het eerste gezicht een simpel klinisch beeld binnen de psychose. Toch is dit allerminst het geval, wel integendeel. Op verschillende vlakken roept de manie heel wat vragen op, hoewel die in de psychoanalyse zeer weinig besproken worden. Theoretisch is de vraag hoe we het specifieke van de manie kunnen vatten, zonder het louter als aanhangsel te zien van de melancholie. Klinisch stelt de manie het kader van de behandeling voor heel wat uitdagingen. In dit artikel wordt er aan de hand van een gevalsstudie op beide vraagstukken dieper ingegaan. Bijzondere aandacht wordt daarbij besteed aan de vraag op welke manier Lacans concept van het reële ons voorbij Freuds initiële theoretisering kan helpen, en van daaruit specifieke richtlijnen voor de behandeling kan geven.

HET MANOEUVRE VAN DE OVERDRACHT IN DE PARANOIA DE ‘FORISCHE FUNCTIE’ ALS LEIDRAAD

Samenvatting: Dit artikel is een getuigenis van het delicate werk met een paranoïde man binnen een psychiatrische setting. Het vereiste een bijzondere positie met betrekking tot de overdracht van de analyticus en het team. Deze overdracht verloopt radicaal anders en noodzaakt een behandeling weg van idealen en weg van toevoegen van nog meer betekenis. De psychoticus lijdt net onder een teveel, wat zich in de paranoia uit in vier centrale kenmerken. Het concept van de ‘forische functie’ bood richting om van de afdeling een ontvangstruimte te maken die toeliet dat het subjectieve lijden kon verschijnen. Dit ontvangen onder de vorm van dragen en verdragen wat voor de ander onmogelijk is, liet een werk toe waarbij men oplossingen kon vinden, nieuwe subjectieve posities om zich in de wereld te begeven. Dit wordt toegelicht aan de hand van klinische fragmenten.