Jacques Derrida’s La mythologie blanche: La métaphore dans le texte philosophique, or the Myth and/in the Margin
In La mythologie blanche: La métaphore dans le texte philosophique (1971) rekent Jacques Derrida genadeloos af met de westerse, logocentrische vooronderstelling van een metafoorloze metafysica. Via zijn ingenieuze “wet van de supplementariteit” deconstrueert hij de vermeend tegengestelde begrippen “concept” en “metafoor” namelijk als elkaars noodzakelijke supplement. Gezien de semantische verwevenheid van de opposities metafoor-concept en mythos-logos valt Derrida’s “wet van de supplementariteit” evenwel ook op die laatste tegenstelling toe te passen. Zo kan worden aangetoond dat ook “mythos” en “logos” niet aan oppositionele essenties beantwoorden, maar dat het ene begrip telkens de semantische ruimte bestrijkt die de andere openlaat. Bij de twee meest hardnekkige vooronderstellingen binnen het mytheonderzoek – de mythe zou beantwoorden aan een logische essentie en de poststructuralistische deconstructie zou van geen enkele waarde zijn voor de mythestudie – dient bijgevolg het nodige voorbehoud te worden aangetekend.