VOORBIJ HET LICHAAM IN DE KLINIEK VAN TRAUMA
Samenvatting: In de kliniek van trauma kunnen we er niet om heen dat het lichaam zichtbaar geraakt en getekend is. De maatschappelijke focus en de huidige neurowetenschappelijke focus op het lichaam sluiten naadloos aan bij de lichaamsgerichte modellen van traumaverwerking die de zichtbare klinische fenomenen als ingangspoort nemen. De psychoanalyse tracht ruimte voor het subject te vrijwaren door de verhouding tussen subject en lichaam, tussen betekenaar en reële in acht te nemen. Dit is des te relevanter in de kliniek van trauma aangezien trauma de subjectiviteit dreigt te vernietigen met als effect vervreemding van ons symbolico-imaginair lichaam. We merken bij trauma dat het spreken het lijf te veel of net te weinig beroert. Om uit deze subjectieve impasse te geraken, is het noodzakelijk om de fantasmatische sluier op een andere manier te weven. Dit kan door het stellen van een subjectieve act die de symbolische limieten van een discours doorsteekt, waarna we kunnen uitkomen bij een veranderde, meer draaglijke lichamelijke beroering.