Select Page

DE LIEFDE, WAANZINNIG!

Samenvatting: De erotomanie, als overdracht binnen de psychose, langs de zijde van de liefde, toont zich meestal op een krachtige, expliciete wijze in de kliniek. De getrouwheid aan het object en de wachtmodus op een toekomst samen zijn heel opvallend bij de erotomaan. Deze extreme gehechtheid aan de ander veroorzaakt vele vragen. Wat is de functie hiervan? Wat is er specifiek aan een dergelijke overdracht? We laten ons leiden door de Clérambault, Lacan en Soler in een poging antwoorden te vinden op voorgaande vragen. De eerste zet in 1921 het concept ‘erotomanie’ op de kaart en gaat op descriptieve wijze aan de slag, terwijl Lacan in zijn gekende stijl de erotomane overdracht binnen de structuur van de psychose plaatst. We nemen van daar even een zijweg richting subtiele vormen van de erotomanie. Soler stelt twee zijdes van de erotomanie op scherp en tekent de daarbij horende functie uit, enerzijds de pacificerende zijde en anderzijds een ontketenende zijde, waaraan ze een nieuwe naam geeft, de ‘eroticomanie’. Om te eindigen maken we gebruik van die twee onderverdelingen aan de hand van casuïstiek. In het eerste geval belichten we een subject waarbij de erotomanie zonder afboording een desastreus effect heeft. Bij de tweede casus zien we een subject waarbij de wet een stabiliserend en richtinggevend effect ressorteert.

A case of erotomania

Psychiatric classification of erotomania yields a variety of possibilities, situating erotomania along a continuum with personality disorders on one end and the schizophrenic disorders at the other end. The “Postulat Fondamental” of de Clérambault breaks with this tradition. With Freud and Lacan it gives rise to a structural analysis. In considering the relation to the Other, it facilitates the differentiation between erotomanic (psychotic) and neurotic (hysterical) structures. In this case special attention is given to the fragile libidinal balance, a support supplying erotomania that can easily tip over into a terrifying eroticomania.